in de synagoge 

binnen de synagoge zie je een duidelijk interieur.

er is altijd een heilige ark, dat is een kast waar de torrarollen worden bewaard. iemand die met zijn gezicht naar de heilige ark staat kijkt in de richting van Jeruzelem.

boven de ark is meestal een afbeelding te zien van de tien woorden (tien geboden). deze zijn met Hebreeuwse letters op twee borden geschreven.

tussen de heilige ark en de banken waar mensen op zitten, bevindt zich een verhoging met een lessenaar. dit wordt de bima genoemd. dat is de plek waar de torarollen worden voorgelezen.

de tekst wordt voorgelezen met een jad dat is een aanwijsstokje met daar een vinger aan.

het voorlezen van de Tora wordt gedaan door de chazan, de voorzanger die vaak ook de dienst leidt. 

de rabbijn houdt vaak een korte toespraak naar aan van een gelezen stuk uit de Tora 

in veel synagogen staat een menora, een grote kandelaar.

vrouwen hebben geen actieve dienst in de synagoge. als ze wel aanwezig zijn zitten ze apart van de mannen, ze zitten dan in de vrouwengalerij.

mannen dragen in de synagoge iets op hun hoofd dat is dan meestal een keppeltje. dit wordt gedaan om eraan te blijven denken dat er iets boven de mens is.